© Pixabay mathematics-989119_1280

Kleine Einsteins

Waarom denken veel ouders toch altijd dat hun kind hoogbegaafd is? Niet zo lang geleden voerde ik een gesprek met vriendin K. Het was eigenlijk geen gesprek. Vriendin voerde een monoloog.
Ik hoefde helemaal niets te zeggen. Aan de ene kant was dat wel makkelijk maar na 2 uur had ik het wel zo’n beetje gezien. Of gehoord in dit geval.

Vriendin K. raakte niet uitgepraat over de buitengewone intelligentie van haar kinderen. In geuren en kleuren mocht ik aanhoren hoe slim ze waren. Hoe getalenteerd. Bij elke zin die ze euforisch uitstootte hoorde ik haar denken: ‘als ze nou maar niet denkt dat mijn kind ‘gewoon’ is. Of ‘middelmatig’. Dat zou ze vreselijk hebben gevonden.

‘Hoe oud was die van jou ook alweer toen ze dit kon? Of dat?’ vroeg vriendin in het verleden vaak aan me. Het vergelijkend warenonderzoek. Als sommige ouders hiermee beginnen geef ik absoluut geen normaal antwoord, zeker niet als het antwoord niet afgewacht wordt maar de zin afgerond wordt met een: ‘…want die van mij was nog maar zo en zo oud toen ze dat al kon!’
De bedoeling is dat de toehoorder dan moet roepen: ’Oh! Wauw!’ wat ik natuurlijk niet doe.
‘Geen idee’ gaapte ik in dit soort gevallen steevast. ‘Een jaar of 15 geloof ik.’

Ja, het wedstrijdelement zit er dik in bij veel ouders, op het vermoeiende af.

Als ouders hun kinderen zo de hemel in schoppen dan is het – vind ik persoonlijk hoor, maar dat terzijde – niets meer of minder dan een verwoede poging om te zeggen: ‘kijk eens hoe ontzettend goed wij het doen als ouders! Kijk eens: al onze begaafdheden en talenten hebben we samengepropt in dit ene kleine wezentje!’

Vriendin K. was ook van plan het i.q. bij beide kinderen te laten testen. ‘Ze zijn waanzinnig intelligent’ was haar overtuiging. Het woord ‘hoogbegaafd’ liet ze nog net niet vallen maar het was duidelijk dat alles wel die richting op wees.

Inwendig heb ik medelijden met de kindjes van vriendin K. Om te voelen dat je niet ‘middelmatig’ of ‘gewoon’ mag zijn lijkt me een zware opgave. Kinderen met dit soort ouders moeten alles, maar dan ook alles zijn en worden wat mama en papa nooit gelukt is. En dat is heel wat.

Nu is vriendin K. heel boos. Op de juf van haar zoontje.
‘Volgens die krankzinnige juf is de stof misschien nog wat te lastig voor hem. ‘Daarom let hij niet zo goed op in de klas’, zegt ze. Wij denken dat hij zich juist verveelt in dat klasje. Dat heb je met die razend intelligente kinderen hè.’

Arme kleine jongen.

 

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Abonneer je op dit blog

Voer je e-mailadres in om je in te schrijven op dit blog en e-mailmeldingen te ontvangen van nieuwe berichten.

Archieven

Leuke Links

Blogroll

De Rebelse Huisvrouw