Het Beertje

Bron: PixabayDie avond aan tafel gaf hij het.
‘Wat is dat?’ vroeg ze.
‘Maak maar open’ knikte hij.
Ongeduldig scheurde ze het papier eraf en gaf een kreet van vreugde. ‘Wat een mooie! Zo eentje had ik nog niet!’ Liefkozend gaf ze een kus op de bruine vacht.

‘Een mooie aanvulling voor je verzameling!’ glimlachte hij.
Ze keek het beertje aan en voelde direct dat er een klik was. ‘Welkom’, fluisterde ze, opeens tot tranen toe geroerd. ‘Eindelijk ben je thuis.’

Ze behandelde het beertje alsof het een baby was. ‘Ik ben gewoon verliefd op hem’, lachte ze op de derde ochtend toen ze hem aan de ontbijttafel neerzette.

Hij bekeek het tafereel en voelde zich wat onbehaaglijk.

Haar affectie voor de beer nam met de dag toe. Hij aanschouwde het met lede ogen. Als hij thuiskwam van zijn werk en hen aantrof bij de open haard had hij werkelijk het gevoel dat hij stoorde.  Hele dagen hoorde hij haar tegen het beest murmelen. ‘Mijn kleine lieveling’ kirde ze opgetogen als ze dacht dat hij haar niet hoorde. ‘Mijn eigenste kleine lieveling – wat ben ik gelukkig met jou!’

Toen de beer tussen hen in moest slapen protesteerde hij. ‘Vind je niet dat je erg vreemd begint te doen?’ zei hij. Verschrikt legde ze haar vingers op de lippen. ‘Sssttt! Als hij hoort wat je zegt wordt hij boos!’ Hij ging er van uit dat ze een grapje maakte maar het onbehaaglijke gevoel nam toe.

Nadat hij ze samen in bad had aangetroffen wist hij het zeker. Die beer moest weg. Dit was krankzinnig. Dit klopte niet. Hij wist niet wat er aan de hand was, hij kon het niet verklaren en dat wilde hij niet eens, maar dit was… ziekelijk.

‘Dat beest gaat de open haard in’ nam hij zich op een avond na het eten voor. ‘Dan maar ruzie.’ Het was een mooi moment – ze was in de keuken met de afwas bezig en had het beertje even alleen gelaten. Juist toen hij opstond en richting beer liep viel de ijskoude blik van het dier hem op. ‘Dat klotebeest weet het’, realiseerde hij zich met een schok. ‘Hij weet wat ik van plan ben.’ Hij huiverde.

De afwasgeluiden vanuit de keuken verstomden en hij hoorde haar roepen. ‘Wil je deze schaal alsjeblieft bovenop de kast zetten?’ vroeg ze terwijl ze hem de glazen ovenschaal aanreikte. Ze wierp hem een beschuldigende blik toe.
Hij fronste geïrriteerd zijn wenkbrauwen. Verbeelding! Hij werd gewoon nerveus van dit hele gedoe en dat allemaal dankzij een pluchen beer!’
Met de schaal in zijn handen liep hij terug naar de woonkamer en huiverde opnieuw toen hij het beertje op de bank zag. ‘Zat hij zojuist niet in de andere hoek?’ vroeg hij zich met een schok af. Hij wist het niet zeker. Even die schaal op de kast en daarna ging dat beest het vuur in. Hij klom op de stoel en juist toen hij met zijn armen in de hoogte de schaal neer wou zetten zag hij het.
De beer kwam van de bank. Een gevaarte van twee meter hoog stond opeens voor zijn neus en de stank die uit de bek van dat beest kwam was afgrijselijk. Het leek alsof hij lachte.
Voordat hij ook maar een geluid kon uitbrengen pakte de beer hem op en schudde hem als een lappenpop door elkaar. De schaal viel met een klap in duizend stukjes op de plavuizen vloer en hij wist dat ze het gehoord moest hebben. Dat kon niet anders. ‘Ze kan elk moment uit de keuken komen en de politie bellen en dan is het voorbij’ dacht hij. Vanuit de verte zag hij de keukendeur opengaan. Ze stond in de deuropening en lachte. ‘Wat is hier in Godsnaam…’ dacht hij nog even. Toen verloor hij het bewustzijn.

*********

‘Gebroken nek’, concludeerde de dokter. Hij keek haar vol mededogen aan. Zoals ze daar stond was ze een en al verdriet. ‘Gewoon domme pech.’
Ze knikte met gebogen hoofd. ‘Ik had hem al een paar keer gewaarschuwd niet op die stoel te staan. Die stoel is zo wankel. Ik zei het nog tegen hem. ‘Neem alsjeblieft een trapje’ zei ik, ‘want ik ben doodsbang dat het misgaat’ maar hij lachte.’ Een eenzame traan gleed langzaam naar beneden.

De dokter knikte en borg zijn spullen op. ‘De meeste ongelukken gebeuren in en rondom het huis’, zei hij. ‘Nogmaals veel sterkte.’
Ze liet hem uit en sloot zachtjes de deur de voordeur. Toen liep – nee, danste – ze naar de woonkamer en zocht naar haar beertje. Van haar verdriet was geen spoor meer te bekennen.
‘Daar ben je!’ riep ze opgetogen uit toen ze hem in de stoel bij de open haard zag zitten. Ze glimlachte de glimlach van een waanzinnige en nam het beertje in haar armen. ‘Mijn eigenste kleine lieveling,’ lispelde ze en drukte een kus op zijn mooie bruine vacht. ‘Het heeft even geduurd maar eindelijk zijn we samen’.

28 gedachten over “Het Beertje”

  1. Homo sapiens?

    er is niets zo ondoorgrondelijk als de menselijke geest
    het bepaalt wat we doen en laten
    of we liefhebben of grondig haten
    misschien zit er in ons brein nog iets van het oerbeest

    Lenjef 🙂

  2. Aaah, de creeps! Geweldig verhaal weer! Hoe krijg je het verzonnen.

    Waar ik overigens niets van begrijp is dat ik je blog volg, maar heel onregelmatig iets in mijn reader krijg. En dan ook nog niet eens alles, blijkt nu maar weer. Vreemd…..

Laat een antwoord achter aan Lenjef Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Abonneer je op dit blog

Voer je e-mailadres in om je in te schrijven op dit blog en e-mailmeldingen te ontvangen van nieuwe berichten.

Archieven

Leuke Links

Blogroll

De Rebelse Huisvrouw