De Chocoladeletter

‘Geachte heer Rutte, geacht kabinet,

 Ik begrijp heus wel dat u een onbedwingbare behoefte voelt om miljarden uit te geven aan JSF vliegtuigen. Heus. Ik ben ook een man en ik ben ook dol op dat soort speelgoed. Het nut daarvan begrijp ik echter niet omdat ik persoonlijk denk dat het efficiënter zou kunnen: ik denk aan een Europees leger. Waarom niet? We moeten bijna elke cent afdragen aan Europa, dan is het toch niet zo gek dat Europa ons ook verdedigt in geval van nood?

Over de miljoenen die u zo gul schenkt aan Griekenland heb ik het niet eens meer. Ik ben van mening dat je je geld maar één keer uit kunt geven en u denkt er anders over. Soit, dat kan.

Miljoenen uitgeven aan windmolens? Prima, leuk! Ook ik ben nostalgisch van aard en een molentje hier en daar zie ik graag. Maar miljoenen? En waarom, waarom (en echt waar, ik worstel enorm met die vraag): waarom moet IK dat betalen? Hoe legt u het uit aan al die honderden en honderden mensen die elke dag hun baan kwijtraken? Dat er weer miljarden bezuinigd worden terw…’

‘Je bent echt zielig aan het worden Hendrik-Jan’, had Afke gezegd toen ze hem zag schrijven. ‘Echt zielig. Meer wil ik hier niet over kwijt. Ik schaam me gewoon voor je.’ Ze had de deur met een klap dichtgetrokken en was het stadje ingegaan.
Hendrik-Jan was door gegaan en voegde aan zijn brief toe: ‘en als u dan ooit gaat beginnen met het land weer op de rails te krijgen, kunt u misschien dan tevens iets doen aan die pepernoten en chocoladeletters die al vanaf begin september in de winkels liggen? Het is toch te gek dat bij wijze van spreken de mussen nog van het dak vallen maar mij de chocoladeletters alweer om de oren vliegen?’

Toen Afke later terugkwam kromp Hendrik-Jan in elkaar bij de vernietigende blik die ze hem toewierp toen hij had gezegd: ‘Heb je zin om morgen naar Duitsland te gaan? Dan gaan we daar boodschappen doen. Ik heb niet zoveel zin om me nog verder te laten uitknijpen.’

‘Het is hopeloos’, gromde Hendrik-Jan Doordouwer die avond tegen zijn goede vriend Andre. Samen zaten ze aan de bar bij De Lichtboei. ‘Ik ben even weg Afke’, had Hendrik-Jan geroepen en Afke mompelde iets onverstaanbaars. Ze was druk bezig de foto’s te sorteren die ze de laatste weken gemaakt had. Alleen al tijdens de Visserijdagen had ze een stuk of 900 foto’s gemaakt en bij Harlingen Ongeschut ook iets van 300.

In de Lichtboei was het gezellig druk en het biertje smaakte hem uitstekend. ‘Het was wel genieten hè, met die algemene beschouwingen laatst’ sprak Hendrik-Jan terwijl hij proostte met zijn vriend. ‘Knap, dat ze twee dagen nodig hebben met als eindresultaat: laten we eens kijken of we samen iets kunnen bereiken.’

Andre knikte instemmend. ‘Ik heb de oplossing wel’, riep hij enthousiast. ‘We beginnen een eigen politieke partij en onze leus wordt: ‘Geen Gezeik, Iedereen Rijk’.’

Hendrik-Jan had er hartelijk om gelachen maar uren later, toen hij over de stille Noorderhaven naar zijn huis toe slenterde echoden deze woorden hem nog na. ‘Geen gezeik, iedereen rijk.’ Ja, dat zou mooi zijn. Dat zou heel mooi zijn. Zachtjes opende hij de deur van zijn huisje en ging in het donker nog even aan de keukentafel zitten. Toen zijn blik op het aanrecht viel en hij enkele chocoladeletters ontwaarde, overviel hem opeens een gevoel van intense wanhoop.
Hij staarde nog enkele seconden naar de letters en stond langzaam op. Hij zou maar eens naar bed gaan. Hier langer bij stilstaan zou hem alleen maar verdrietig maken. Hij had nu al zin om te janken.

——————————-

Hendrik-Jan Doordouwer verschijnt om de week in de Harlinger Courant. Hij moppert heel wat af maar gelukkig is daar Afke die hem altijd wel weer uit de put weet te trekken. Hoewel…..

23 gedachten over “De Chocoladeletter”

  1. Ja, dan stort je wereld in. Chocoladeletterrlijk. Leuk deze verhalen over twee mensen die eigenlijk kabinet en oppositie vertegenwoordigen. Alleen denk ik dat de Doordouwertjes niet aan een onderhandelingstafel gaan zitten. Of dat trouwens iets zou uitmaken, betwijfel ik wel.

    1. Rebelse Huisvrouw

      Tja, dat weet je natuurlijk maar nooit he! Ondanks tegenstellingen kunnen mensen soms behoorlijk nader tot elkaar komen, dus wie weet zou dit met hun ook wel lukken. Als HJ in een goede bui is kan hij volgens mij heus wel inschikkelijk zijn!

  2. Hendrik jan zal wel weer niét gekeken hebben wélke chocoladeletters er lagen ….en in welke volgorde .Misschien had Afke wel “en tóch hou ik van je” voor hem neergelegd;-).

  3. Toch doet me dat aan onze burgemeester denken, aan Rehwinkel, die een persconferentie gaf, en met een hoop bombarie aankondigde dat Sinterklaas komt! Terwijl iedereen dacht dat hij zou aftreden. Wat hij nu gelukkig ook doet, hij gaat naar Spanje, ik lieg niet.

    1. Rebelse Huisvrouw

      Ik weet het, heb het ook gelezen. Mensen hadden zelfs het idee dat hijzelf nog in Sinterklaas geloofde. Wie weet doet hij dat ook? 😀

    1. Rebelse Huisvrouw

      Dank je wel Letterzetter! Wat waren ze toch geweldig, Koot & Bie. Meesterlijk, zeldzaam. Zo hebben we ze nooit meer gehad helaas!

  4. Hij kan beter zijn tanden in die chocoladeletters zetten in plaats van in de brief naar het kabinet. Dat helpt toch niet. Ze rommelen maar wat aan. Kleuters zijn het!

    1. Rebelse Huisvrouw

      EJW: ze zijn knetter- knettergek. En als de kerstboom opgeborgen is liggen de Valentijnsharten alweer in de winkel, samen met de paaseieren. Compleet overspannen, bijna eng!

  5. Die Hendrik Jan is aardig voorspelbaar aan het worden. Hij klaagt wel maar hij bereikt er niks mee. Zelfs zijn vrouw bekijkt hem meewarig. Die politieke partij gaat er ook niet komen. We weten hoe het met Jacobse en van Es met hun geen gezeik, iedereen rijk, is afgelopen. Hardstikke dood op het hoogtepunt van hun roem. Vraag maar aan Koot en Bie, die weten er alles van.

    Het wordt tijd voor een metamorfose voor HJ. Laat hem maar eens een flink akkertje omspitten.

    Groetjes

    M. Rutte

    1. Rebelse Huisvrouw

      Dag meneer Rutte,
      Leuk dat u de tijd neemt om in eigen persoon te antwoorden! Het akkertje omspitten, zoals u suggereert, zal ik voorlopig nog even niet doen. Ik heb niet eens een akkertje.
      Het lot van Jacobse en van Es ken ik maar dood waren ze allerminst. Op het toppunt van hun roem vluchtten ze naar Zuid-Amerika.
      Ik geef nog niet op meneer Rutte. Dat Afke mij meewarig bekijkt moet ze zelf weten – ik wijt het aan haar hormoonhuishouding die niet altijd in balans is.
      En meneer Rutte, hoe weet u dat ik hier niets mee bereik? Ik geef de hoop vooralsnog niet op!

      Met vriendelijke groet,
      H.J. Doordouwer

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Abonneer je op dit blog

Voer je e-mailadres in om je in te schrijven op dit blog en e-mailmeldingen te ontvangen van nieuwe berichten.

Archieven

Leuke Links

Blogroll

De Rebelse Huisvrouw